Deze week viel me op dat er twee nieuwsberichten waren over (aanstaande) transacties van kerken. Daar waar het domein van de vastgoedsector traditioneel gedomineerd werd door berichten over kantoren, winkels, logistiek en bedrijfsruimte, zijn daar de laatste jaren ook woningcorporaties bijgekomen. Kerken zagen we echter nog niet veel voorbij komen.
Meer en meer zien we vermenging van de domeinen commercieel en maatschappelijk vastgoed. Het Rijksvastgoedbedrijf begeeft zich met haar transacties actief in de commerciële vastgoedmarkt, maar ook gemeenten en zorginstellingen zien we steeds vaker in de arena verschijnen. Toch is de taal die de verschillende groepen spreken verschillend en is begrip voor wederzijdse standpunten niet altijd voldoende aanwezig.
Juist voor deze situaties bieden de diverse standaarden van de RICS uitkomst. Deze standaarden zijn namelijk niet alleen voor het commercieel vastgoed geschreven, maar juist voor brede toepassing bruikbaar. Onderwerpen als onafhankelijkheid, opdrachtvoorwaarden en definities kunnen helpen elkaar beter te begrijpen, maar ook de professionaliteit en kwaliteit van de activiteiten verder te uniformeren.
Zou het niet mooi zijn als commercieel en maatschappelijk vastgoed straks niet meer van elkaar te onderscheiden zijn en we als brede vastgoedsector gezamenlijk een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van leven.